tuintonnetje


De kogel vloog door de kerk. Wij blijven. Ons engagement neemt de vorm aan van een volkstuin. We gaan daar zaaien en planten, éénjarigen, maar ook rabarber en salie, frambozen en rozen. Maar in januari is het nog veel te koud voor dat alles. Dus starten we met het compostvat. Op ons appartementje trekken we bananenschillen in sliertjes en nijpen eierschalen fijn. Aardappelschillen mogen niet meedoen. Wel nu en dan een flard keukenpapier. Wanneer ons tuintonnetje begint te stinken moet het mee achterop de fiets. Fietsen is hier net even anders dan in het binnenland. Het regent minder, maar de wind waait wel harder. Even kijken door het raam. Hoe waaien de vlaggen, de wolken, de golven? Skydiven de meeuwen? Hoe gladder de zee hoe gemakkelijker wij fietsen. Richting Schorredijk. Richting compostvat, op naar onzen hof. Als we er eindelijk zijn, zijn wij er nog niet. Pas helemaal aan het eind ligt ons lapke klei. We stoppen de fietsen. Mijn lief opent het slot van ons tuinhek met een goudblinkend sleuteltje. Hij en ik kijken elkaar grijnzend aan. Wij delen nu dus een compostvat. Het is misschien niet romantisch maar wel keiserieus.